Gebiedsgerichte aanpak Landelijk Gebied

Het landelijk gebied moet flink veranderen. De kwaliteit van onze natuur moet beter, het watersysteem gezonder en het landelijk gebied moet klimaatneutraal worden.

Overheden en belangenorganisaties zitten samen om tafel om maatregelen te bedenken die leiden tot natuurherstel en structurele verlaging van de stikstofneerslag. We werken daarbij volgens de gebiedsgerichte aanpak. Dit betekent dat we per gebied bekijken welke oplossingen geschikt zijn.

Ganzen in de Zwaakse Weel met op de achtergrond de molen van 's-Gravenpolder

Maatwerk per gebied

Elk gebied is anders. De kwaliteit van natuur, water en bodem is nergens hetzelfde. Daarom verschilt wat er nodig is per gebied. De aanpak moet passen bij de eigenschappen van het gebied. En inspelen op wat water, bodem en natuur aan kunnen. Via de Startnotitie Nationaal Programma Landelijk gebied (NPLG) bekijkt de Provincie samen met ondernemers, terreinbeheerders en andere overheden per gebied wat nodig is voor een gezonde natuur, schoon en voldoende water en een beter klimaat.. Het doel van het NPLG is om het landelijk gebied zo te ontwikkelen dat het alle veranderingen in de toekomst kan weerstaan. Voor de uitvoering van het NPLG moesten alle provincies een gebiedsprogramma schrijven. Niet alleen met maatregelen om de stikstofuitstoot te verminderen en stikstofneerslag in de overbelaste gebieden te verkleinen, maar ook met maatregelen om andere doelen te behalen. In het gebiedsprogramma kijken we naar natuur, bodem, landbouw, water en klimaat. Het concept Zeeuws gebiedsprogramma is inmiddels gereed. Het Rijk gaat dit programma  toetsen; ook kunnen wensen en bedenkingen aangeven.

In het NPLG staan drie kerndoelen centraal. Dit zijn natuur (waaronder de stikstofaanpak), water en klimaat. Deze doelen vormen de basis voor de uitwerking van de provinciale Gebiedsprogramma’s. We moeten ons hierbij aan de voorgeschreven regels van de Europese Unie houden.

In één oogopslag zijn de belangrijkste doelen van het NPLG als volgt weer te geven:

De 3 kerndoelen van NLPG zijn Natuur, Water en Klimaat.
  1. Natuur

    Binnen dit kerndoel staan twee doelen centraal. Dat is het verbeteren van bestaande natuur en het ontwikkelingen van nieuwe natuur. En ten tweede het verminderen van de neerslag van stikstof in de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden.
    Andere doelen zijn de kwaliteit van natuur en water goed houden. Ook is het uitbreiden van kleine elementen in het landschap zoals bijvoorbeeld houtwallen of sloten belangrijk.

  2. Water

    De kwaliteit van het oppervlaktewater en het grondwater moet worden verbeterd. Naast de kwaliteit is ook de hoeveelheid grondwater belangrijk.

  3. Klimaat

    Het klimaat verandert. Hier moeten we op inspelen. Het streven is om in 2050 een klimaat neutrale samenleving te hebben. Hiervoor moeten de broeikasgassen (CO2) in 2030 met 60% afgenomen zijn. Ook kan CO2 opgenomen worden door planten en als koolstof langere tijd vastgelegd worden.

Samenwerken, ook voor Stikstofreductie

Kenmerkend voor de Zeeuwse aanpak is dat alle partijen samenwerken om problemen op te lossen. We kijken samen met verschillende partijen en medeoverheden welke maatregelen we op welke locaties kunnen uitvoeren om de stikstof te verminderen. Daarvoor voeren we gesprekken met agrariërs, maar ook met vertegenwoordigers van industrie, recreatie en natuurorganisaties. Alle sectoren moeten er samen voor zorgen dat er minder stikstof terechtkomt in kwetsbare natuurgebieden. Daarbij gaan we uit van vrijwilligheid.

De afgelopen tijd hebben gemeenten en de Provincie diverse bijeenkomsten georganiseerd:

  • In 2022 organiseerden verschillende Zeeuwse gemeenten bijeenkomsten waar lokale organisaties, ondernemers, relevante maatschappelijke partners en andere aanwezig waren. 
  • In 2023 gaan we op verzoek verder in gesprek met de gemeenten over het concept Zeeuws gebiedsprogramma.
  • In het voorjaar van 2023 hebben we met alle sectoren regiodialogen gevoerd. Hiervoor hadden we drie regio’s benoemd; 1. Zeeuws-Vlaanderen, 2. Zuid-Beveland, Noord-Beveland en Tholen en 3. Walcheren en Schouwen-Duiveland. Tijdens deze sessies konden lokale organisaties, ondernemers, maatschappelijke partners, overheden en andere belanghebbenden aangeven wat zij belangrijk vonden. De opgehaalde informatie is zo veel mogelijk verwerkt in het concept gebiedsprogramma.
  • In het najaar van 2023 hebben we met de verschillende sectoren zogenaamde ‘herkenningssessies gebiedsprogramma’ gehouden.
  • De Manteling van Walcheren en de Kop van Schouwen zijn twee door stikstof overbelaste Natura 2000-gebieden. In deze duingebieden komen veel opgaven samen. Daarom werken we hier met een geïntegreerde gebiedenaanpak. De twee zogenaamde netwerkregisseurs voor deze gebieden zijn deze aanpak vorm aan het geven. 

In het Zeeuws gebiedsprogramma zijn vijf maatregelpakketten opgenomen, voor akkerbouw, veeteelt, water, klimaat en overig (recreatie, mobiliteit en industrie). Deze maatregelpakketten kunnen worden gezien als een menukaart. Ook in het vervolgtraject zien we een belangrijke rol voor onze partners. Per gebied gaan we samen met de verschillende sectoren bekijken welke maatregelen uit dit menu wenselijk en mogelijk zijn. Zo kunnen we hopelijk snel aan de slag met maatregelen die gemakkelijk te realiseren zijn.

Wilt u meepraten of heeft u een goed idee om in een gebied de stikstof te reduceren?  Dan horen wij dat graag! Voor meer informatie hierover zie pagina Denk en praat mee)!