Gebruikte gegevens zwemadvies Westerschelde

17 mei 2022
|
PFAS
Een luchtfoto van de Westerschelde met op de voorgrond Waterdunen.

Provincie en GGD geven aan dat er geen negatieve gevolgen zijn voor het zwemmen in de Westerschelde. Die conclusie trekken we op basis van een rapport dat het RIVM heeft opgesteld in opdracht van Rijkswaterstaat. Het RIVM heeft daarbij gebruik gemaakt van bestaande gegevens. Zo kon nog aan het begin van het zwemseizoen een gedegen advies gegeven worden over zwemmen in de Westerschelde.

De Provincie en GGD baseren hun advies vooral op de gegevens van Schaar van Ouden Doel. Dat zijn de meest betrouwbare gegevens omdat het om een meetreeks van 41 metingen gaat (van 2017 t/m 2022); over een langere periode met meerdere seizoenen en op een vaste locatie. Voor het doen van een gedegen uitspraak is een reeks aan metingen noodzakelijk; om een goed beeld te kunnen vormen voor een langere periode. Het RIVM geeft aan dat analyseren van informatie van momenten verspreid over het jaar en meerdere jaren beter is. Bij herhaalde blootstelling over een langere tijd, kunnen er nadelige effecten voor de gezondheid zijn. De beoordeling is daarom gedaan op basis van dagelijks zwemmen gedurende een langere periode.

Verder moeten de meetgegevens geanalyseerd en geïnterpreteerd worden en dat kost tijd. Om een gedegen advies te geven nog voordat mensen dit zwemseizoen het water ingaan, is daarom gebruik gemaakt van bestaande gegevens.

Als gebruik gemaakt moest worden van recente gegevens, dan kon nu gestart worden met het maken daarvan. Er zouden echter pas conclusies getrokken kunnen worden op het moment dat een gehele meetreeks beschikbaar was. Dan is het zwemseizoen al voorbij. Daarom is ervoor gekozen om te kijken naar bestaande data op basis van een ‘worst case’ scenario.

'Worst case'

Zwemwaterlocaties zijn plaatsen waar de kwaliteit van het zwemwater het hele zwemseizoen wordt gecontroleerd. Schaar van Ouden Doel en Waarde zijn geen zwemwaterlocaties.

Bij de beoordeling van het RIVM is gekeken naar de locatie Schaar van Ouden Doel; dat is een ‘worst case’ locatie omdat daar –vanwege de ligging op de grens van Vlaanderen- de meeste PFAS te verwachten is. Van deze locatie zijn 41 metingen geanalyseerd. De uitkomsten hier zullen slechter zijn dan de metingen op de zwemwaterlocaties:

  1. Omdat uit verschillende metingen blijkt dat tegen de Vlaams-Nederlandse grens hogere gehaltes PFAS in het water worden gemeten dan meer westelijk in de Westerschelde.
  2. Omdat de gegevens van Schaar van Ouden Doel sinds 2018 tot 2022 een neerwaartse trend laten zien als het gaat om PFAS.

Op de zwemwaterlocaties zal het water derhalve nog minder PFAS bevatten dus kan daar zeker gezwommen worden.

In Schaar van Ouden doel zijn ook metingen gedaan in maart en april, omdat daar door Rijkswaterstaat maandelijks wordt gemeten. Op het moment dat het RIVM moest starten, om deze beoordeling bij de start van het zwemseizoen (1 mei) gereed te hebben, waren die meetgegevens nog niet beschikbaar. Derhalve heeft het RIVM die niet kunnen betrekken in hun rapport. Deze metingen en de metingen die dit zwemseizoen nog gaan gebeuren naar PFAS worden aan het einde van het zwemseizoen bekeken om te zien of deze risico beoordeling van het RIVM moet worden aangepast. Mochten daar tussentijds uitschieters tussen zitten, dan wordt daarop actie ondernomen. Omdat de waardes bij Schaar van Ouden doel vrij ruim onder de waardes van recreatieplas Berkendonk zitten, is niet de verwachting dat er uitschieters komen.

Gemiddelde zwemwaterkwaliteit

Verder wordt op alle zwemwaterlocaties één keer per jaar, voor de start van het badseizoen, voor iedere zwemplek de kwaliteitsklasse voor het komende jaar bepaald. Die kwaliteitsklasse wordt altijd bepaald met de meetgegevens van de laatste vier badseizoenen. Om iets te kunnen zeggen over de gemiddelde kwaliteit van het zwemwater wordt daarbij dus altijd gekeken naar de bestaande gegevens. Voor deze zwemwaterbeoordeling op het gebied van PFAS is daarom dezelfde methodiek gebruikt.

RWZI Bath

Het RIVM heeft kanttekeningen geplaatst bij de representativiteit van de uitkomsten voor het effluent van RWZI Bath omdat dat 9 metingen op opeenvolgende dagen betreffen. Door alleen te kijken naar enkele actuele meetgegevens kunnen er minder betrouwbaar uitspraken worden gedaan. Het RIVM kon hier bovendien gezien de waardes geen oordeel over geven. Er is wel gekeken wat de invloed op zwemwaterlocaties zou kunnen zijn; Rijkswaterstaat heeft hiervoor verdunningsberekeningen uitgevoerd. Omdat RWS heeft aangegeven dat het water in de Westerschelde dermate wordt verdund en Waarde geen zwemwaterlocatie is, zien Provincie en GGD geen reden voor een negatief zwemadvies op de zwemwaterlocaties in de Westerschelde.