Proeftuin zoet water
In de Proeftuin Zoet Water ontwikkelen we nieuwe kennis om de dreiging van verzilting tegen te gaan. Het programma bestaat uit verschillende projecten, waarover u op deze pagina meer kunt lezen.

Zoet-zoutverdeling meten
Basis kennis over het project met zoet water is de verdeling van zoet en zout water in de ondergrond. Voor agrariërs is het belangrijk dat zij die verdeling in hun gronden kennen. Op basis daarvan bepalen zij of het de moeite is om het water te behouden. Tot 2017 werd de kennis van de zoet-zoutverdeling in Zeeland bepaald met bodemmetingen op een vast aantal plaatsen. De verdeling in het hele gebied werd met modellen berekend. Hoe verder een plek van een meetpunt vandaan lag, hoe groter de onzekerheid van een berekende waarde werd.
De uitdaging van de Proeftuin Zoet Water kan in één zin worden samengevat: het in balans brengen en houden van de behoefte en beschikbaarheid van zoet water. Er zijn verschillen tussen projecten die zich richten op het vergroten van de zoetwaterbeschikbaarheid en op het verminderen van de behoefte aan zoet water.
In de afgelopen jaren is een techniek ontwikkeld waarmee we de elektrische geleidbaarheid vanuit de lucht kunnen meten. Elektrische geleiding is het transport van elektrische lading door geladen deeltjes. Deze techniek helpt ons om betrouwbare metingen uit te voeren. De gegevens combineren we daarna met kennis over gesteente (GeoTOP) die we nu hebben. Zo krijgen we een zo zuiver mogelijk beeld van de zoet-zoutverdeling. Deze informatie is ook belangrijk voor andere doelen. Denk bijvoorbeeld aan grote ingrepen die invloed hebben op het grondwater. De Provincie gaf kennisinstituut Deltares opdracht om de bodem vanuit de lucht te meten met de nieuwe techniek. Dat deed zij samen met het waterschap, de ZLTO, Rijkwaterstaat, de gemeenten en Evides en met een grote betaling vanuit het Deltafonds. De resultaten van deze metingen zijn te vinden op onze website.
Waterconservering in de ondergrond (GO-FRESH)
Water opslaan in de ondergrond klinkt makkelijker dan het is. Er zijn twee verschillende manieren om dat te doen. Bij de ene aanpak wordt de zoetwaterlens dikker gemaakt om het zout verder weg te houden bij de wortelzone. Een zoetwaterlens is.. Bij de andere aanpak wordt een voorraad zoet water aangelegd om later weg te halen.
De eerste aanpak kan in twee derde van de Zeeuwse landbouwgrond worden toegepast. Het gaat om gebieden met veel veen en klei in de ondergrond. In deze gebieden is het niet mogelijk om een voorraad water aan te leggen die in droge perioden gebruikt kan worden. Wat wel mogelijk is, is om de regenwaterlenzen dikker te maken. Hier [LINK] leest u meer over deze aanpak. De tweede aanpak kan in ongeveer een derde van het gebied worden toegepast. Het zijn gebieden met een flinke laag zand in de ondergrond, meestal onder een dunne kleilaag. Zoals bijvoorbeeld kreekruggen. In deze gebieden kan water worden opgeslagen door vermenging. Dat gebeurt weer op twee manieren: met een freshmaker en met vermenging van zoet water. De aanpak van de freshmaker en kreekruginfiltratie is beschreven in proefschriften. Deze vindt u als document onderaan deze pagina.
Omdat de freshmakertechniek het beste bleek te werken, is een extra onderzoek uitgevoerd. Er is gekeken of de techniek op een heel gebied toegepast kon worden, in plaats van op één plek. Dat bleek inderdaad mogelijk. Het aanleggen van een gebiedsfreshmaker is niet makkelijk, maar er zijn mogelijkheden.
Milde ontzilting
Water uit de omgeving dat net te zout is voor gebruik, kan bewerkt worden. Zo is het alsnog te gebruiken. Chemisch concern DOW en Evides Waterbedrijf ontwikkelden samen deze techniek. Ze lieten onderzoeken of natuurlijke watersystemen in de omgeving gebruikt kunnen worden voor voorzuivering. Dat bleek mogelijk, alleen de kosten zijn erg hoog. Daarom wordt nu een aangepast ontwerp aangelegd om ervaring in de praktijk op te doen.
Gewasveredeling op zouttolerantie
Gewasveredeling is een manier om de kwaliteit van gewassen te verbeteren. Een manier om de vraag naar water in de regio kleiner te maken, is om de teelten minder gevoelig voor zout te maken. De aardappel is een gewas waar als eerste aan gedacht wordt. En terecht, omdat het veel geteeld wordt en in minder goed tegen zout kan vergeleken met tarwe en suikerbieten. Door ervoor te zorgen dat aardappel gewassen beter tegen zout kunnen, wordt de behoefte aan zoet water kleiner. Ook bieden deze aardappelen meer kansen op gronden die in verhouding veel zout bevatten.
Verschillende veredelingsbedrijven doen al jaren onderzoek naar aardappelen die beter tegen zout kunnen. Voor de Proeftuin Zoet Water is nu extra onderzoek gedaan naar het zoet in de bodem. De resultaten van die onderzoek leest u de downloads.
Contact
Vincent Klap
+31 118 752120
va.klap@zeeland.nl