Flora- en fauna

De Omgevingswet beschermt plant- en diersoorten. Hebben uw plannen, activiteiten of projecten gevolgen voor beschermde soorten? Dan heeft u mogelijk toestemming nodig. Onder de Wet natuurbescherming bestond deze toestemming uit een . Onder de Omgevingswet noemen wij deze toestemming een omgevingsvergunning voor een Flora- en fauna activiteit (hierna: omgevingsvergunning flora en fauna). 

hert

Het beschermen van planten- en diersoorten is één van de uitgangspunten van de Omgevingswet. Volgens deze wet mag u geen schade toebrengen aan beschermde dieren en planten. Dat betekent bijvoorbeeld dat u beschermde dieren niet mag doden en hun nesten niet mag beschadigen. In de Soortendatabase van het Rijk vindt u welke soorten beschermd zijn. Sommige dieren zijn kwetsbaar, zoals vleermuizen, gierzwaluwen, steenuilen en huismussen. In een land als Nederland waar veel mensen wonen, is goede bescherming van de natuur belangrijk. Gaat het goed met de natuur, dan is er ook meer ruimte voor economische en maatschappelijke activiteiten.

Ruimtelijke ingrepen

U kunt met de Omgevingswet te maken krijgen als u buiten aan het werk gaat. Bijvoorbeeld wanneer u een terrein gaat inrichten of een (water)weg gaat aanleggen. Gaat u (ver)bouwen? Dan kunt u ook te maken krijgen met de Omgevingswet. Het is belangrijk dat u snel weet of een activiteit mogelijk schade toebrengt aan planten- en/of diersoorten. Zo voorkomt u dat u uw activiteiten moet stilleggen als er toch beschermde soorten blijken te zijn.

Het kan zijn dat er een geldt voor het doden van dieren. Een vrijstelling betekent dat een verbod niet geldt voor u. Voor welke dieren in de provincie Zeeland een vrijstelling geldt vindt u in Omgevingsverordening Zeeland 2024. Dit geldt bij ruimtelijke inrichting, beheer en bestaand gebruik.

Faunabeheer en voorkomen van schade

Beschermde dieren mag u niet doden of vangen. Ook hun nesten en holen moeten met rust gelaten worden. Soms veroorzaken dieren schade aan gewassen en dijken. Ze kunnen zelfs een bedreiging zijn voor de gezondheid. De eerste stap is dat u probeert te voorkomen dat zij schade veroorzaken. Met voorkomen bedoelen we dat u ervoor probeert te zorgen dat er geen schade plaatsvindt. Bijvoorbeeld door een hek rond uw gewassen te plaatsen.

Is er geen andere oplossing, dan kunnen de dieren worden gedood, gevangen of weggejaagd. Hier is wel toestemming voor nodig. Toestemming om beschermde dieren te doden, vangen of wegjagen is in de Omgevingswet geregeld via de omgevingsvergunning en .

Sommige dieren veroorzaken schade in het hele land. Deze dieren mogen zonder toestemming gedood worden. Alleen grondgebruikers mogen Canadese ganzen, houtduiven, konijnen, kauwen, vossen en zwarte kraaien doden. Grondgebruikers zijn eigenaren of pachters. Dit zijn vrijstellingen die voor heel Nederland gelden.

Er zijn ook vrijstellingen die gelden in een bepaalde provincie. De diersoorten en handelingen waarvoor in de provincie Zeeland een vrijstelling geldt staan in de Omgevingsverordening Zeeland 2024. Vanaf 8 december 2020 geldt geen provinciale vrijstelling meer voor de haas bij schade aan gewassen buiten het jachtseizoen. Voor schadebestrijding op haas buiten het jachtseizoen is nu weer een omgevingsvergunning aan de orde.

Opdracht

In Zeeland is er een opdracht van om muskusratten en beverratten, rosse stekelstaarten en nijlganzen te doden. Daarnaast is door Gedeputeerde Staten een opdracht verleend voor het doden van muntjak, wasbeer, wasbeerhond, huiskraai, heilige ibis, Siberische grondeekhoorn, Pallas’ eekhoorn, grijze eekhoorn en Amerikaanse voseekhoorn. Het doden van muskusratten en beverratten is in het belang van de gezondheid en openbare veiligheid. Het doden van nijlganzen is om schade aan flora en fauna tegen te houden. Behalve voor muskusrattenbestrijders van de Zeeuwse waterschappen is er schriftelijke toestemming nodig van de grondgebruiker. Daarnaast is een opdracht gegeven aan de Stichting Wildaanrijdingen Nederland (SWN) om vogels en zoogdieren te doden om onnodig lijden van deze dieren te voorkomen. Tot slot is opdracht gegeven om verwilderde duiven te doden op landbouwpercelen van Limagrain Nederland B.V. in de gemeente Reimerswaal.

Maatwerkvoorschrift

De Provincie geeft de meeste omgevingsvergunningen voor het voorkomen van schade aan de Faunabeheereenheid Zeeland op grond van een Faunabeheerplan. U vindt de faunabeheerplannen onderaan deze webpagina bij downloads. Het gaat om omgevingsvergunningen voor bijvoorbeeld het doden van reeën. De Faunabeheereenheid brengt ieder jaar verslag uit over de omgevingsvergunningen die zij gebruikt hebben.

Wilt u de omgevingsvergunningen gebruiken van de Faunabeheereenheid Zeeland? Kijk dan eerst in de lijst. Staat de toestemming die u wilt gebruiken in deze lijst? Neem dan contact op met de Faunabeheereenheid Zeeland.

In situaties waarvoor de Faunabeheereenheid nog geen omgevingsvergunning heeft, kunt u zelf via het 1-loket van de Faunabeheereenheid een individuele omgevingsvergunning aanvragen.

Aan de slag

Vergunningencheck

De overheid heeft het digitaal stelsel omgevingswet opgesteld zodat u kunt bepalen of u voor het uitvoeren van uw activiteit een omgevingsvergunning flora en fauna nodig heeft. Checken of u een omgevingsvergunning nodig heeft doet u hier:

Vergunningencheck flora en fauna

Omgevingsvergunning aanvragen

Als u een omgevingsvergunning aanvraagt, dan moet u de provincie daarvoor betalen. Hoe hoog deze leges zijn, vindt u in de Tarieventabel in de Verordening op de heffing en de invordering van leges provincie Zeeland 2024. Een omgevingsvergunning aanvragen doet u hier:

Omgevingsvergunning flora en fauna aanvragen

Andere regelgeving

Als u bomen of struiken wilt kappen kunnen er nog andere regels gelden. Het kan zijn dat u het kappen moet melden bij de Provincie. Kijk hiervoor op onze pagina Bomen en beplanting kappen. Misschien heeft u ook toestemming nodig van de gemeente. Vraag dit van te voren na bij de gemeente waar u wilt kappen.

Gaat u uw activiteit, plan of project uitvoeren in of rondom een Natura 2000-gebied? Dan kan dat negatieve gevolgen hebben voor de beschermde natuur in dat gebied. Is er in het beheerplan van dat gebied geen geregeld voor uw activiteit? Ga dan na of een omgevingsvergunning nodig is. Meer informatie vindt u op onze pagina Gebiedsbescherming Natura 2000.

Contact

Wilt u advies over de bescherming van dieren en planten onder de Omgevingswet? Dan kunt u mailen naar  natuurbescherming@zeeland.nl.

BIJ12, unit Faunazaken

BIJ12 houdt zich bezig met taken op het gebied van faunaschade door beschermde dieren die in het wild leven. Zij kunnen u helpen om faunaschade te voorkomen. Zo vindt u op de website van BIJ12 de ‘faunaschade preventie kit’. Hierin staan manieren en middelen waarmee u schade kunt voorkomen. Als schade voorkomen niet (meer) mogelijk is, kunnen agrariërs in bepaalde gevallen bij BIJ12 terecht voor een tegemoetkoming in de schade. De afhandeling van de tegemoetkoming faunaschade regelt u digitaal via www.mijnfaunazaken.nl. Voor het meldpunt en subsidies kunt u contact opnemen met BIJ12 via BIJ12 - Werkt voor provincies.

Schade veroorzaakt door een wolf kunt u melden via Wolf - BIJ12. Ziet u een wolf, dan kunt u deze melden via Wolven in Nederland.

Handhaving natuurbescherming

Vermoedt u een overtreding waarbij de natuur geschaad wordt? Meld dit dan bij de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Zeeland.

Regionale Uitvoeringdienst (RUD)
+31 118-412323
https://www.milieuklachtencentrale.nl/

Veelgestelde vragen

Op wat beoordeelt de Provincie bij flora en fauna?
Bekijk dit antwoord Sluit dit antwoord

Doet u een voor een omgevingsvergunning bij de Provincie, dan beoordelen wij uw aanvraag. Daarbij wordt gekeken naar de volgende punten: 

  1. Wat wilt u precies gaan doen en wanneer?
  2. Hoe groot is het gebied waarop uw activiteit invloed heeft? 
  3. Zijn er binnen dat gebied beschermde plant- en diersoorten aanwezig?
  4. Zo ja, welke soorten en welke functie heeft het gebied voor deze soorten?
  5. Verwacht u effecten op deze soorten door uw activiteiten? 
  6. Kunt u de effecten voorkomen door te werken volgens goedgekeurde gedragscodes, of door bewezen effectieve maatregelen uit te voeren? 
  7. Als dit niet mogelijk is, kunt u de activiteit aanpassen zodat u effecten voorkomt? 
  8. Als dit ook niet mogelijk is, vraagt u een omgevingsvergunning Flora- en fauna aan. Bij de aanvraag voegt u de uitwerking van bovenstaande stappen bij. Als u wordt verleend, zijn hier waarschijnlijk voorwaarden aan verbonden.
Voorbeeld sloop of opknappen: nesten van de gierzwaluw
Bekijk dit antwoord Sluit dit antwoord

Stel, u wilt een gebouw (laten) opknappen of slopen dat wordt bewoond door de gierzwaluw. Deze soort gebruikt het hele jaar door vaste rust- en verblijfplaatsen. Daarom zijn hun nesten en leefomgeving het hele jaar beschermd. Slopen en opknappen is dan bijna altijd een overtreding van de Wet natuurbescherming. Daarom vraagt u een omgevingsvergunning Flora- en fauna aan bij de Provincie. 

Kunt u laten zien dat de werkzaamheden echt noodzakelijk zijn? En zijn er geen betere mogelijkheden? Alleen dan kan de Provincie u een omgevingsvergunning verlenen. Wij beoordelen uw en verlenen u een omgevingsvergunning als dat mogelijk is. Aan de omgevingsvergunning zijn voorwaarden verbonden. Het doel van de omgevingsvergunning is om effecten op de gierzwaluw zoveel mogelijk te voorkomen. Veel voorkomende voorwaarden zijn: 

  • Op laten stellen van een ecologisch werkprotocol door een goedgekeurde ecoloog
  • Bij het opknappen worden de rust- en verblijfplaatsen van de gierzwaluw met rust gelaten en toegankelijk gehouden
  • U werkt buiten de meest kwetsbare periode. Voor de gierzwaluw is dit tijdens het broedseizoen en tijdens extreme kou
  • U andere verblijfplaatsen aanbiedt vlakbij
  • Het leefgebied van de gierzwaluw verbetert in een bestaand of nieuw leefgebied
  • Heeft u andere verblijfplaatsen aangeboden? Dan mag u beginnen met het ongeschikt maken van de originele verblijfplaatsen. Dit doet u buiten de meest kwetsbare periode
Voorbeeld sloop of opknappen: bewoning door de huismus
Bekijk dit antwoord Sluit dit antwoord

Stel, u wilt een gebouw (laten) opknappen of slopen dat wordt bewoond door de huismus. Deze soort gebruikt het hele jaar door vaste rust- en verblijfplaatsen. Daarom zijn hun nesten en leefomgeving het hele jaar beschermd. Slopen en opknappen is dan bijna altijd een overtreding van de Wet natuurbescherming. Daarom heeft u een omgevingsvergunning Flora- en fauna nodig. 

Kunt u laten zien dat de werkzaamheden echt noodzakelijk zijn? En zijn er geen betere mogelijkheden? Alleen dan kan de Provincie u een omgevingsvergunning verlenen. Wij beoordelen uw en verlenen u een omgevingsvergunning als dat mogelijk is. Aan de omgevingsvergunning zijn voorwaarden verbonden. Het doel van de omgevingsvergunning is om effecten op de huismus zoveel mogelijk te voorkomen. Veel voorkomende voorwaarden zijn: 

  • Op laten stellen van een ecologisch werkprotocol door een goedgekeurde ecoloog
  • Bij het opknappen worden de rust- en verblijfplaatsen van de huismus met rust gelaten en toegankelijk gehouden
  • U werkt buiten de meest kwetsbare periode. Voor de huismus is dit tijdens het broedseizoen en tijdens extreme kou
  • U andere verblijfplaatsen aanbiedt vlakbij
  • Het leefgebied van de huismus verbetert in een bestaand of nieuw leefgebied
  • Heeft u andere verblijfplaatsen aangeboden? Dan mag u beginnen met het ongeschikt maken van de originele verblijfplaatsen. Dit doet u buiten de meest kwetsbare periode
Voorbeeld kappen van een bomenrij: vliegroute van de gewone dwergvleermuis
Bekijk dit antwoord Sluit dit antwoord

De leefomgeving van de gewone dwergvleermuis en andere vleermuissoorten is heel verschillend. Ze hebben vaak aparte kraamverblijfplaatsen in de zomer en aparte winterverblijven. U vindt verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis vaak in gebouwen. Maar hun leefgebied buiten gebouwen is net zo belangrijk. De gewone dwergvleermuis gebruikt bijvoorbeeld een heel netwerk aan vliegroutes en jachtgebieden. Dit netwerk bestaat vooral uit herkenningspunten en lijnelementen, zoals bomenrijen. 

Wilt u een bomenrij (laten) kappen die de gewone dwergvleermuis gebruikt als vliegroute? Dan verstoort u de leefomgeving van deze soort. Het kappen van de bomenrij is dan bijna altijd een overtreding van de Wet natuurbescherming. Daarom heeft u een omgevingsvergunning Flora- en fauna nodig. 

Kunt u laten zien dat de werkzaamheden echt noodzakelijk zijn? En zijn er geen betere mogelijkheden? Alleen dan kan de Provincie u een omgevingsvergunning verlenen. Wij beoordelen uw en verlenen u een omgevingsvergunning als dat mogelijk is. Aan de omgevingsvergunning zijn voorwaarden verbonden. Het is doel van de omgevingsvergunning is om effecten op de gewone dwergvleermuis zoveel mogelijk te voorkomen. Veel voorkomende voorwaarden zijn: 

  • Op laten stellen van een ecologisch werkprotocol door een goedgekeurde ecoloog
  • U werkt buiten kwetsbare perioden. Wanneer dit is hangt af van de functie van de vliegroute. Een ecoloog kan u helpen bij het bepalen hiervan
  • U verdeelt uw activiteiten in ruimte en tijd. U kapt dan bijvoorbeeld niet de hele bomenrij in een keer, maar om en om. Vervolgens plant u opnieuw bomen, en vervangt u na vijf jaar de andere bomen
  • U andere vliegroutes aanbiedt