“Stem van woningzoekende wordt te weinig gehoord”

Met circa 11.000 woningen is Beveland Wonen één van de grootste woningcorporaties in Zeeland. Waar zien zij kansen en belemmeringen om de Zeeuwse WoonDeal tot een succes te maken? Bestuurder Marco van der Wel: “Laten we geen wetenschappelijke discussies voeren over precieze aantallen, maar vooral zorgen dat we van de kant komen.”

Marco van der Wel

In de WoonDeal is afgesproken dat er 16.500 woningen gebouwd moeten worden in Zeeland, waarvan een groot deel betaalbaar. Sociale huurwoningen, waarvoor de woningcorporaties aan de lat staan, vormen daar een groot onderdeel van. Het gaat om zo’n 5.000 tot 6.000 woningen, maar lang stil staan bij de precieze cijfers heeft volgens Van der Wel niet zoveel zin. “Die 16.500 is heel ambitieus, maar het is vooral belangrijk dat we van de kant afkomen. Vooral gaan duwen hierop in plaats van steeds weer discussiëren over een getal, een stip op de horizon. De opgave is heel groot, dus laten we focussen op wat nodig is om dat op gang te krijgen.”

Wat is daar voor nodig, waar zitten belemmeringen?

“We moeten vooral inzetten op nieuwbouw, maar daarin zijn we afhankelijk van gemeenten; die moeten zorgen dat er grond beschikbaar komt. En als woningbouwcorporatie kunnen we geen prijzen betalen die commerciële projectontwikkelaars neerleggen. Dat maakt het voor gemeenten financieel gezien lastig, nog los van het feit dat ze ook geen enorme percelen tot hun hebben.”

En wat als er wel ruimte gevonden is?

“Dan zijn er nog de nodige procedures te doorlopen, waar eigenlijk niet voldoende ambtenaren voor zijn. Ik denk dat dat op dit moment één van de grootste belemmeringen is. En volkomen logisch ook, want we hebben jarenlang toegewerkt naar krimp-prognoses maar -in volgens mij nog maar één jaar tijd- moesten we omschakelen naar groei. Daar was het ambtelijk apparaat niet op ingericht en voordat je dan de boel omgeschakeld hebt, dat duurt wel even. Er is veel ambtelijke inzet nodig en die mensen moet je wel hebben. Dat kost tijd en we hebben allemaal veel haast, maar er is wel echt iets in beweging aan het komen.”

De ruimte in Zeeland is schaars en mensen tekenen soms aan tegen ontwikkelingen in hun directe omgeving. Hoe kijk je daar tegenaan?

“In Nederland hebben we dat denk ik goed geregeld; iedereen mag zich uitspreken. Maar wanneer ergens woningen moeten komen, zijn de mensen die al een huis hebben in het voordeel: die mogen iets vinden, hun stem is geborgd. De mensen die er moeten komen wonen en ontzettend hard een huis nodig hebben, die hebben er helemaal geen stem in. Maar die stem is er wel, de vele mensen die bij ons dagelijks aangeven dat ze dringend een woning nodig hebben… dat wringt regelmatig. Ik wil bezwaren van mensen niet teniet doen, maar woningbouw is wel in het algemeen belang van heel veel mensen.”

Wat merken jullie van de bouw zelf, ook daar zijn personeelstekorten?

“Daar lopen we nog niet tegen grote problemen aan. En bovendien past de hele bouwsector zich aan, door meer fabrieksmatig te bouwen en andere methodes waarbij je minder arbeid nodig hebt. Dus voorlopig kunnen we nog steeds aannemers vinden, maar de prijzen zijn wel echt heel hoog op dit moment, vooral door de hoge kosten van bouwmaterialen.”

Kan de Provincie een rol spelen om belemmeringen weg te nemen en waar?

“Ik denk dat het belangrijk is dat gemeenten zoveel mogelijk geholpen worden om locaties beschikbaar te krijgen. De Provincie kan bijvoorbeeld kijken welke ruimte ze kan bieden voor ‘het straatje erbij’*. En geld is ook een probleem. Bij grondexploitaties van gemeenten komt sociale huur soms onder druk te staan, mogelijk kunnen gemeenten daarin ondersteund worden. Dus helpen met procedures en het rondkrijgen van grondexploitaties; ik denk dat dat nodig is.

En als corporaties kijken we ook naar Provincie voor de natuurwetgeving. Die is uiteraard belangrijk, maar het zou prettig zijn dat de procedures die daarvoor nodig zijn makkelijk te doorlopen zijn en korter zouden duren. Denk aan onderzoeken naar bijvoorbeeld vleermuizen of stikstof, dat zijn arbeidsintensieve zaken en soms echt een bottleneck. Hierin kunnen Provincie en ook het Rijk ons denk ik helpen.”

Vooral veel uitdagingen dus, maar gaan er ook dingen goed?

“Zeker, het is een interessant proces waar we nu inzitten. We houden hier sowieso een hele duurzame samenwerking met elkaar aan over. We leren nu met allerlei partijen hoe we dit moeten aanpakken.  Er zijn nieuwe en uitgebreide samenwerkingsverbanden, we zitten als corporaties nu ook aan meer aan tafel, bijvoorbeeld ook aan de versnellingstafels die zijn opgericht om hobbels weg te nemen. Dat is een mooie ontwikkeling. Dus zeker geen armoe troef wat mij betreft; maar wel een kwestie van drempels oplossen om de vaart er in te houden.”

 * Het ‘straatje erbij’ is een straat huizen bouwen aan bestaande wijken aan de randen van een gemeente.